Een schimmelige toekomst
Iedereen kent schimmels van een oude boterham, of een omgevallen boom. Maar dat schimmels ook perfect geschikt zijn om allerlei objecten van te maken, weten maar weinigen. Ontwerper Maurizio Montalti ontwikkelde samen met de Universiteit van Utrecht een methode om de biologische groeikracht van schimmels te gebruiken om allerlei duurzame producten te maken die traditionele, veelal vervuilende producten kunnen vervangen. Een nieuwe opstelling in Micropia geeft een kijkje in de mogelijkheden van mycelium.
Schimmels breken overal in de natuur organisch materiaal af. Van afgevallen bladeren en dode dieren, tot het klokhuis dat je vanmiddag in de bosjes gooide. Een schimmel bestaat vooral uit een mycelium; een netwerk van schimmeldraden (hyfen) die zo klein zijn dat je ze met het blote oog niet kunt zien. Schimmels behoren daarom tot de micro-organismen. Soms is de dichtheid van deze schimmeldraden echter zo hoog, dat het geheel als een pluizige massa toch zichtbaar wordt. Bijvoorbeeld op beschimmeld brood. Door enzymen uit te scheiden, is de schimmel in staat de suikers in het materiaal af te breken en te gebruiken als voedingsbron. Hierdoor spelen ze een belangrijke rol in het recyclen van stoffen in het ecosysteem.
De Italiaanse kunstenaar Maurizio Montalti zag in deze groeikracht een kans. Op het moment dat het mycelium zich door het organisch materiaal heeft verspreid, ontstaat er een heel stevig en toch licht materiaal. Samen met het team van Professor Han Wösten, hoogleraar Microbiologie aan de Universiteit Utrecht, ontwikkelde Montalti een methode om schimmels op een gecontroleerde wijze door allerlei soorten materiaal te laten groeien. Door verschillende kweekmethoden en schimmelsoorten met elkaar te combineren, is Montalti nu in staat allerlei objecten met unieke eigenschappen te creëren. Van geluidsdichte tegels, brandvertragende isolatieplaten en waterdichte vazen, tot lichtgewicht stoelen, schoenen en lampenkappen.
Een van de meest gebruikte schimmelsoorten in dit proces kent iedereen; de oesterzwam (Pleurotus ostreatus). Oesterzwammen groeien het beste op vochtige plekken en eten vooral dood plantenmateriaal. Deze omstandigheden worden in het kweekproces nagebootst. Montalti gebruikt allerlei soorten voeding voor de schimmels, zoals houtsnippers en stro. Nadat de voedingsbron (het substraat) in water is geweekt en gesteriliseerd, kan het geënt worden met een klein stukje schimmel. De schimmeldraden groeien door het substraat heen en binden de vezels stevig aan elkaar. Zo vormt de schimmel een 100% natuurlijke ‘lijm’. Met behulp van een mal is bijna elke vorm mogelijk. De vorm wordt na zo’n twee weken in een oven ‘gebakken’ om het groeiproces te stoppen. Zo wordt voorkomen dat de schimmel uiteindelijk de vorm verteerd.
Als substraat gebruikt Montalti voornamelijk agrarische afvalstromen. Hij maakt hiervan waardevolle producten die 100% natuurlijk en volledig biologisch afbreekbaar zijn. Ze passen daarom perfect in de Circulaire Economie. Samen met microbiologen aan de Universiteit Utrecht probeert de kunstenaar de achterliggende processen beter te begrijpen en te optimaliseren. Puur kunst is het dus al lang niet meer. Als vervanger voor hout, rubber, papier en zelfs plastic, zijn de schimmelproducten wellicht een duurzame oplossing voor de vervuilende producten en productieprocessen van vandaag de dag. Schimmels als materiaal van de toekomst?