De bloemetjes, de bijtjes en de bacteriën

De lente is begonnen. De warme zon, kleurrijke bloemen en heerlijke voorjaarsgeuren doen ons ontwaken uit onze winterslaap. En niet alleen planten en dieren, maar ook de mens is dit jaargetijde meer bezig elkaar het hof te maken. Maar wist je dat microben bij dit lentegevoel een onmisbare rol spelen?

Microbioloog en hoofd van Micropia Jasper Buikx met een online editie van ‘De laborant vertelt’, over bloemetjes, bijtjes en microben.

De natuur in bloei

Hét voorjaarsbeeld van Nederland: bollenvelden vol tulpen, narcissen en hyacinten. Maar zonder microben zouden deze velden een stuk minder kleurrijk zijn. Rondom de wortels van iedere plant leeft een rijkdom aan bacteriën en schimmels; de zogenaamde rhizosfeer. Zij helpen de plant met de opname van essentiële voedingstoffen en beschermen tegen ziekteverwekkers. Zonder deze microben kan een plant niet groeien, laat staan bloeien. 

De 750.000 bloembollen in ARTIS zouden zonder microben niet bloeien.

Voor wat hoort wat

Meer dan 92% van de plantenfamilies werkt samen met zogenaamde mycorrhiza-schimmels. Andere planten hebben juist bacteriële compagnons. Zo werken vlinderbloemigen samen met zogenaamde Rhizobium-bacteriën. Zij ‘infecteren’ de wortel waardoor een soort goedaardige tumor wordt gevormd. Deze wortelknolletjes zijn de perfecte plek voor de  bacteriën om stikstof uit de lucht op te nemen voor de plant, in ruil voor suikers.

Rhizobium-bacteriën leven in wortelknolletjes bij vlinderbloemigen waar zij, in ruil voor suikers, stikstof voor de plant opnemen.

Voorjaarsgeuren

Naast prachtige kleuren, heeft de lente ook een heel herkenbaar palet aan geuren. Zodra de eerste lentezon de aarde bereikt, ruikt het direct naar het voorjaar. De lentegeuren worden gemaakt door bacteriën, zoals streptomyceten. Deze bodembacteriën produceren een stofje genaamd geosmine (Grieks voor ‘aardse geur’). Wanneer de bacteriën dood gaan, komt deze stof vrij. Omdat het een vluchtige stof is, verdampt het zodra de grond opwarmt. Vooral in het voorjaar dus. Ook cyanobacteriën in vijvers en sloten (beter bekend als ‘blauwalgen’) maken dit stofje. De geuren die de lente zo kenmerken, komen dus eigenlijk van de microben om ons heen. 

Een kolonie bodembacteriën (Streptomyces) produceert de aardse boslucht die zo herkenbaar is voor de lente.

Geëvolueerde voorkeur

De mens is ontzettend gevoelig voor geosmine. Wij kunnen het al ruiken bij minder dan 0,7 deeltjes geosmine per miljard (ppb). Voor de meeste stoffen is dit ongeveer 100 ppb.  Deze affiniteit met geosmine gaat waarschijnlijk al ver terug. De streptomyceten en cyanobacteriën leven vooral op vochtige plekken waardoor geosmine een goede indicator is voor water. Handig dus, om dat te kunnen ruiken. Wij hebben deze eigenschap tegenwoordig niet echt meer nodig, maar andere dieren nog wel. Kamelen kunnen bijvoorbeeld zo een waterbron in de woestijn op meer dan 75km afstand ontdekken. 

Kamelen gebruiken de geosmine van bacteriën om een waterbron op meer dan 75km afstand te ruiken.

Lentekriebels

Met de lente komen ook de lentekriebels. Alle dieren, zo ook de mens, zijn  op zoek naar een geschikte partner. Ieder mens heeft een symbiose met zo’n honderdduizend miljard micro-organismen, samen het microbioom genoemd. Deze microben beschermen je bijvoorbeeld tegen ziekteverwekkers en maken vitaminen en hormonen aan.  Zo’n 99% van deze microben bevindt zich in je darmen. En je darmmicroben hebben naast een grote invloed op je gezondheid, ook invloed op je stemming, zelfvertrouwen, emoties en sociale interacties. Wie denkt dat wij onze partner geheel zelf uitkiezen, komt bedrogen uit. Jouw microben bepalen voor een groot deel op wie jij verliefd wordt.

De miljarden microben op en in je lichaam houden je gezond, en hebben invloed op je gedrag.

Verliefd door je microben

Deze invloed dragen zij vooral uit via onze lichaamsgeur. En dit speelt bij partnerkeuze, veelal onbewust, een belangrijke rol. Bij zoogdieren (dus ook de mens) wordt lichaamsgeur vooral bepaald door de geur van zweet. Zweet is van zichzelf geurloos, maar krijgt een luchtje door de huidbacteriën die in onze zweetklieren leven. Een van de stofjes die zij eraan toevoegen is AND, dat een sterke reactie opwekt in de hersengebieden die belangrijk zijn voor seksuele opwinding.

De samenstelling van onze zweetbacteriën, en daardoor ook  onze lichaamsgeur, is voor ieder anders. Uit onderzoek blijkt dat wij onbewust kiezen voor een lichaamsgeur die complementair is aan de onze. Met andere woorden, we kiezen voor een partner met een andere bacteriesamenstelling, waardoor onze nakomelingen een meer divers, en dus gezonder microbioom hebben.

Zweetlucht komt vooral van de bacteriën die in onze zweetklieren leven, en is een belangrijke onbewuste factor voor partnerkeus.

Koetjes en kalfjes

Maar niet alleen planten en dieren zijn tijdens de lente bezig met de voortplanting. Ook microben doen volop mee. In de afgelopen 3,7 miljard jaar hebben microben allerlei unieke manieren voor hun vermeerdering gevonden. Ze zijn dan ook meesters op het gebied van voortplanting. Sneller, talrijker en op meer manieren dan je je kunt voorstellen. Wil je live getuige zijn van een geboorte? Of wil je weten hoeveel eieren het beerdiertje legt? Kom deze lente dan naar ‘de laborant vertelt’ in Micropia.   

Het beerdiertje legt haar eieren in haar oude vervelling. Meer weten? Bezoek de speciale ‘laborant vertelt’ dit voorjaar in Micropia.