Tijdens het Amsterdam Light Festival 2019/2020 konden bezoekers van ARTIS en Micropia op zoek gaan naar licht in het donker. In Micropia ontdekte je waarom bepaalde paddenstoelen licht uitzenden, wat bioluminescente bacteriën doen en hoe microalgen er in het groot uitzien. De tentoonstelling over microalgen bestond uit drie gigantische sculpturen van soorten die tot de fytoplankton behoren. De sculpturen zijn gemaakt door de Britse kunstenaar Iona Scott. Micropia interviewde haar over het maken van haar sculpturen.
Klein leven, grote impact
Sinds Scott persoonlijk ontdekte hoe belangrijk plankton is, is ze nooit meer gestopt het uit te beelden. Scott: ”Het is al meer dan 20 jaar geleden, maar de beelden van het mooie maar onzichtbare plankton zijn me tot vandaag bijgebleven. Ik denk dat het visueel communiceren via sculpturen heel belangrijk is om meer bewustzijn te creëren over plankton en het verhaal erachter. Je zou denken dat als dingen kleiner worden, ze eenvoudiger worden. Deze micro-organismen met hun geometrische vormen worden echter ingewikkelder en er zijn er zoveel dat we ze nog lang niet allemaal hebben vastgelegd. Het feit dat we ze niet kunnen zien, betekent niet dat ze er niet zijn!” Fytoplankton is een term voor alle groene micro-organismen in water, zoals groenalgen, cyanobacteriën en kiezelwieren. Net als planten produceren ze energie uit zonlicht en scheiden ze zuurstof uit. En hoe: naar schatting produceert fytoplankton meer dan vijftig procent van de zuurstof in onze atmosfeer.
Discoballen, stekels en armen
Scott heeft voor haar afstudeerproject een sculptuur gemaakt van glasvezel en gelast metaal op basis van een soort coccolithofoor, ook fytoplankton. De feestelijk genaamde Discosphaera tubifera is een microbe die voorkomt in oceanen met een exoskelet (een verharde buitenkant van de cel) gemaakt van calciumcarbonaat, oftewel krijt. Zoals de naam van deze soort al suggereert, ziet deze microbe eruit als een discobal opgebouwd uit hoorns. Het was niet nodig om een andere naam te bedenken dan het al droeg: Discosphaera. Voor de tentoonstelling in Micropia maakte Scott nog twee sculpturen. Samen met Jasper Buikx, hoofd van Micropia, besloot ze er een te maken met stekels op basis van een soort stralendiertje, en een met 18 armen op basis van een kiezelwier. Microben van deze twee groepen fytoplankton hebben ook prachtige en complexe celvormen zoals de coccolithofoor, het enige verschil is dat hun exoskelet is gemaakt van silica (siliciumdioxide).
Feesten met microben
Scott ziet haar sculptuur Discosphaera als een soort permanente vriend. In het begin van haar carrière worstelde ze met het vinden van milieuvriendelijke materialen en locaties waar ze het hele verhaal achter het sculptuur kon vertellen. In het verleden toen Scott voor het eerst het Discosphaera-beeld maakte, een miljoen keer groter dan de oorspronkelijke wezens, werd het meteen een hit. Vanwege de overweldigende reacties op de vorm die wel erg muzikaal suggestief was, verhuurde Iona het aan clubs en toonde het op rave feesten in en rond Londen. Om een nog breder publiek te bereiken, dacht ze erover het ontwerp tot een lamp te maken, en als zodanig is het ontwerp ook gepatenteerd. Maar het promoten van het kunstwerk en het verhaal over fytoplakton kostte nog steeds constante inspanning en pas vandaag de dag wordt de achterliggende betekenis van de sculptuur herkend. “Dus mijn sculpturen over plankton hebben nog een boodschap: geef niet op! Als je in jezelf en je werk gelooft en denkt dat het om iets belangrijks gaat, geef dan niet op! Ik toon mijn werk nog steeds op een breed scala aan locaties en ben nog steeds sterk betrokken bij de muziekgemeenschap die een van de eerste aanhangers van mijn werk was. Ik hou van een mix van muziek en kunst. Grote dingen gebeuren als verschillende vormen van creativiteit samenkomen.” Na de sculptuur van glasvezel maakte ze er ook een van papier voor tentoonstellingen in de Verenigde Staten. Lange tijd wilde ze echter een doorschijnend exemplaar maken van milieuvriendelijke materialen. Voor de tentoonstelling in Micropia maakte ze 3D-geprinte sculpturen van gerecycled plastic.
Scott heeft gemerkt dat haar werk vandaag veel relevanter is dan toen ze begon. Wie weet waar de sculpturen terecht gaan komen nadat ze op het Amsterdam Light Festival zijn geweest. Wanneer bezoekers thuiskomen na het zien van Discosphaera en de andere sculpturen in Micropia (of misschien na een lokale rave), hoopt ze vooral dat haar werk heeft geïnspireerd door het kleine leven te tonen dat ons omringt in de zee. “Ik hoop dat we, ondanks het verlies van soorten en de menselijke invloed overal op de planeet, positief kunnen blijven, kunnen samenwerken en ons verbonden blijven voelen met de natuur.”
Ook na Amsterdam Light Festival zijn de drie lichtgevende sculpturen te zien in Micropia.
Discoballen, stekels en armen
Scott heeft voor haar afstudeerproject een sculptuur gemaakt van glasvezel en gelast metaal op basis van een soort coccolithofoor, ook fytoplankton. De feestelijk genaamde Discosphaera tubifera is een microbe die voorkomt in oceanen met een exoskelet (een verharde buitenkant van de cel) gemaakt van calciumcarbonaat, oftewel krijt. Zoals de naam van deze soort al suggereert, ziet deze microbe eruit als een discobal opgebouwd uit hoorns. Het was niet nodig om een andere naam te bedenken dan het al droeg: Discosphaera. Voor de tentoonstelling in Micropia maakte Scott nog twee sculpturen. Samen met Jasper Buikx, hoofd van Micropia, besloot ze er een te maken met stekels op basis van een soort stralendiertje, en een met 18 armen op basis van een kiezelwier. Microben van deze twee groepen fytoplankton hebben ook prachtige en complexe celvormen zoals de coccolithofoor, het enige verschil is dat hun exoskelet is gemaakt van silica (siliciumdioxide).
Feesten met microben
Scott ziet haar sculptuur Discosphaera als een soort permanente vriend. In het begin van haar carrière worstelde ze met het vinden van milieuvriendelijke materialen en locaties waar ze het hele verhaal achter het sculptuur kon vertellen. In het verleden toen Scott voor het eerst het Discosphaera-beeld maakte, een miljoen keer groter dan de oorspronkelijke wezens, werd het meteen een hit. Vanwege de overweldigende reacties op de vorm die wel erg muzikaal suggestief was, verhuurde Iona het aan clubs en toonde het op rave feesten in en rond Londen. Om een nog breder publiek te bereiken, dacht ze erover het ontwerp tot een lamp te maken, en als zodanig is het ontwerp ook gepatenteerd. Maar het promoten van het kunstwerk en het verhaal over fytoplakton kostte nog steeds constante inspanning en pas vandaag de dag wordt de achterliggende betekenis van de sculptuur herkend. “Dus mijn sculpturen over plankton hebben nog een boodschap: geef niet op! Als je in jezelf en je werk gelooft en denkt dat het om iets belangrijks gaat, geef dan niet op! Ik toon mijn werk nog steeds op een breed scala aan locaties en ben nog steeds sterk betrokken bij de muziekgemeenschap die een van de eerste aanhangers van mijn werk was. Ik hou van een mix van muziek en kunst. Grote dingen gebeuren als verschillende vormen van creativiteit samenkomen.” Na de sculptuur van glasvezel maakte ze er ook een van papier voor tentoonstellingen in de Verenigde Staten. Lange tijd wilde ze echter een doorschijnend exemplaar maken van milieuvriendelijke materialen. Voor de tentoonstelling in Micropia maakte ze 3D-geprinte sculpturen van gerecycled plastic.
Scott heeft gemerkt dat haar werk vandaag veel relevanter is dan toen ze begon. Wie weet waar de sculpturen terecht gaan komen nadat ze op het Amsterdam Light Festival zijn geweest. Wanneer bezoekers thuiskomen na het zien van Discosphaera en de andere sculpturen in Micropia (of misschien na een lokale rave), hoopt ze vooral dat haar werk heeft geïnspireerd door het kleine leven te tonen dat ons omringt in de zee. “Ik hoop dat we, ondanks het verlies van soorten en de menselijke invloed overal op de planeet, positief kunnen blijven, kunnen samenwerken en ons verbonden blijven voelen met de natuur.”
Ook na Amsterdam Light Festival zijn de drie lichtgevende sculpturen te zien in Micropia.