Elk museum heeft een collectie, maar er zijn maar weinig musea die een collectie hebben zoals Micropia. Micropia is namelijk het enige museum op de wereld met een levende collectie van micro-organismen. In totaal zijn dit meer dan 300 verschillende soorten levende microben die ontzettend divers zijn. Elk heeft zijn eigen specifieke benodigdheden wat betreft voeding en omgeving. Deze omstandigheden moeten dus goed beheerd worden, om te voorkomen dat ze ophouden met groeien of overwoekerd worden door andere (ongewenste) microben. Bij het beheren van deze collectie komt dus heel wat kijken! Als laborant ben ik hier dagelijks mee bezig en in deze blog zullen jullie dan ook meer lezen over de micro-organismen binnen - en het beheren van deze bijzondere collectie.
Drie domeinen
Veel mensen denken bij microben vooral aan bacteriën, maar zij vormen maar één van de drie domeinen van het leven waarin micro-organismen te vinden zijn. De andere domeinen zijn, naast het domein ‘Bacteria’, ‘Eukaryota’ en ‘Archaea’. Wij mensen zijn onderdeel van het domein Eukaryota, wat weer onderverdeeld is in planten, dieren en schimmels (ook wel koninkrijken genoemd). In elk koninkrijk van de Eukaryota kun je microben vinden. Het domein Archaea bestaat alléén maar uit micro-organismen, net als het domein Bacteria. Deze micro-organismen zijn genetisch gezien enorm gevarieerd. Ze kunnen genetisch zelfs meer van elkaar verschillen dan bijvoorbeeld een mens en een mier van elkaar verschillen. In Micropia kunnen we onmogelijk elke microbesoort tentoonstellen. De collectie is daarom bedoeld om een zo’n representatief mogelijke weerspiegeling te geven van de microbiële diversiteit op aarde.
Zelfgemaakte groeimedia
Omdat elke soort weer andere voedingstoffen nodig heeft, werken we in Micropia met verschillende typen groeimedia. Deze media worden elke dag door onszelf gemaakt, en bestaan uit gesteriliseerd water met onder meer toegevoegde nutriënten en vitaminen. Veel algen en cyanobacteriën worden opgekweekt in zo’n vloeibaar medium. Maar van deze media worden ook agarplaten gemaakt, waar veel schimmels en andere bacteriën weer goed op groeien. Sommige soorten houden we bij op zowel agarplaten als in vloeibaar medium, zodat we altijd een back-up hebben als er wat mis gaat. Dit is bijvoorbeeld het geval met Photobacterium phosphoreum, die we 2x per dag moeten doorzetten om in het museum te kunnen laten zien.
Ingevroren microben
De microben die in het museum tentoongesteld staan, zijn onderdeel van de ‘actieve’ collectie. Deze organismen moeten om de zoveel tijd doorgezet worden, om te voorkomen dat de cultuur te vol wordt en uiteindelijk weer inéén klapt. Veel van onze vrijwilligers hebben een eigen organisme onder hun hoeden en zijn verantwoordelijk voor het gezond houden en doorzetten van deze culturen. Gezien de omvang van de collectie is die hulp essentieel. Daarnaast hebben we ook nog een ‘inactieve’ collectie, die niet continu te zien is. Dit zijn de organismen die we in een vriezer bewaren totdat we ze weer tentoon willen stellen.
Opnieuw opkweken
Momenteel ben ik zelf bezig met het opkweken en weer opnieuw invriezen van deze organismen, omdat zelfs micro-organismen niet eeuwig in ijs bewaard kunnen worden. Daarnaast kijk ik meteen wat de beste methoden zijn om ze opnieuw op te kweken. Sommige schimmels kunnen bijvoorbeeld heel hard groeien op bepaalde typen media, maar hebben weer een ander soort medium nodig om te kunnen sporuleren. Voor wie dit collectiebeheer eens in actie wilt zien, geeft een bezoekje aan Micropia een goede sneak peak. Hier kan je zelf de vele vrijwilligers, stagiaires en laboranten bezig zien in het laboratorium. In ieder geval hoop ik zo, ook zonder een bezoek, wat meer inzicht te hebben gegeven in de collectie van Micropia en hoe die beheerd wordt! Tot snel.