Spore

Taaie voortplantingscellen

meer informatie

Veel microben maken sporen om zich te vermenigvuldigen en verspreiden. De sporen zijn vaak goed beschermd en kunnen allerlei extreme omstandigheden overleven, zoals hitte, kou, UV-straling, en soms zelf zuren en chemische middelen.

Veel microben maken sporen om zich te vermenigvuldigen en verspreiden. De sporen zijn vaak goed beschermd en kunnen allerlei extreme omstandigheden overleven, zoals hitte, kou, UV-straling, en soms zelf zuren en chemische middelen.

Verspreiden via wind, water of dieren

Sporen worden door veel soorten microben gemaakt, zoals door bepaalde soorten bacteriën, schimmels en algen, maar ook door planten zoals mossen en varens. Het woord spore komt van het Griekse ‘sporā’ wat ‘zaad’ betekent. Deze microben gebruiken hun sporen dan ook net als een plant zijn zaad gebruikt: om zich voort te planten en te verspreiden. Schimmels hebben voor de sporenverspreiding vaak speciale structuren, zoals paddenstoelen. De miljoenen sporen hangen daarbij bijvoorbeeld tussen de lamellen onder de hoed, en verspreiden zich via wind, water of dieren. Eenmaal op een andere plek groeit de spore uit tot een nieuwe schimmel.

Taaie overlevers

De spore is vaak maar een enkele cel met een stevige celwand. Zo’n taaie celwand maakt de spore bestand tegen allerlei extreme omstandigheden zoals hitte, kou, UV-straling, zuren en zelfs chemische middelen. Zo kunnen sporen een periode van slechte leefomstandigheden overleven totdat de condities weer beter worden. Sporen gebruiken bijvoorbeeld pigment om DNA-beschadiging door UV-straling van de zon tegen te gaan. Sommige bacteriesoorten produceren endosporen, die heel lang kunnen overleven en bestand zijn tegen maagzuur en chemische stoffen zoals ontsmettingsmiddelen en antibiotica. Een bekend voorbeeld is de spore van Clostridium difficile, een darmbacterie waarvan de sporen een intensieve antibiotica- of chemokuur kunnen overleven, en daarna de darmen gaan domineren, met allerlei gezondheidsproblemen tot gevolg.