Sinds 1950 wordt S. boulardii al gebruikt als middel tegen diarree. De gist heeft over het algemeen een gunstige werking op de darmen. Tegenwoordig is S. boulardii dan ook als voedingssupplement verkrijgbaar.
Sinds 1950 wordt S. boulardii al gebruikt als middel tegen diarree. De gist heeft over het algemeen een gunstige werking op de darmen. Tegenwoordig is S. boulardii dan ook als voedingssupplement verkrijgbaar.
Geen bacterie
S. boulardii lijkt onder de microscoop op bacteriën. Zowel gisten als bacteriën zijn eencellig en sommige bacteriën zijn, net als gisten, ovaal van vorm. Beiden kunnen zich ook ongeslachtelijk voortplanten. De eencellige kopieert dan zichzelf, waarbij de cel zich in tweeën splitst. Hierdoor ontstaan er uit één cel twee exacte kopieën.
Een gist is echter geen bacterie, maar een schimmel. Schimmels behoren tot de eukaryoten, wat betekent dat zij een celkern hebben. Bacteriën hebben geen celkern en behoren daarmee tot de prokaryoten. Een ander verschil tussen een gist en een bacterie is de grootte. Gisten zijn veel groter en daarmee goed zichtbaar onder de lichtmicroscoop. Bacteriën zijn onder deze microscoop slechts zichtbaar als kleine puntjes.
Knopvorming
Gisten kunnen zich vermeerderen door middel van knopvorming. Dit is een vorm van ongeslachtelijke voortplanting, waarbij de eencellige zichzelf kopieert. Bij knopvorming ontstaat er een uitstulping (knop) aan de moedercel. Vervolgens deelt de celkern in de moedercel zich. Een van deze celkernen verplaatst zich naar de uitstulping. Hierna snoert de uitstulping zich af, waardoor de nieuwe gistcel zich afsplitst van de moedercel. Deze nieuwe cel wordt ook wel de dochtercel genoemd.
Onder gunstige omstandigheden kan er ieder anderhalf uur opnieuw knopvorming plaatsvinden. De optimale omgevingstemperatuur van S. boulardii is 30⁰C. De gist kan wel tegen lagere en hogere temperaturen, maar plant zich dan minder snel voort. In de darmen van je lichaam (37⁰C) kan de gist dan ook prima overleven. Heel hoge temperaturen die bij pasteurisatie (65⁰C) en sterilisatie (boven de 100⁰C) worden gebruikt zijn wel dodelijk voor S. boulardii.
Verwant aan bakkersgist
S. boulardii is verwant aan S. cerevisiae, ook wel de bakkersgist genoemd. Het is voor het bakken van brood noodzakelijk om een rijsmiddel toe te voegen aan het brooddeeg. Zonder een rijsmiddel blijft het deeg compact, wat resulteert in een plat, keihard brood. Voor het maken van een lekker, luchtig brood wordt vaak desem of bakkersgist toegevoegd aan het deeg. Bakkersgist zet de suikers in het deeg om in alcohol en koolstofdioxidegas (koolzuur). De alcohol verdampt als het brood wordt gebakken en het koolstofdioxidegas zorgt ervoor dat het brood luchtig wordt.