Johanna Westerdijk (1883-1961) werd in 1917 benoemd tot hoogleraar fytopathologie (plantenziektekunde) aan de Rijksuniversiteit te Utrecht (nu Universiteit Utrecht). De biologe en schimmeldeskundige werd hiermee de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland.
Johanna Westerdijk (1883-1961) werd in 1917 benoemd tot hoogleraar fytopathologie (plantenziektekunde) aan de Rijksuniversiteit te Utrecht (nu Universiteit Utrecht). De biologe en schimmeldeskundige werd hiermee de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland.
23-jarige directeur
Voor haar benoeming werd Westerdijk op 23-jarige leeftijd directeur bij een fytopathologisch laboratorium in Amsterdam. Daarnaast kreeg zij de leiding over de schimmelcollectie van het CBS (Centraalbureau voor Schimmelcultures). Dankzij haar groeide deze collectie enorm, tot wel 11.000 soorten schimmels.
Iepenziekte
Door haar uitgebreide kennis over schimmels speelde Westerdijk een grote rol bij het onderzoek naar de aardappelziekte en de iepenziekte. Ze toonde aan dat de schimmel Ceratocystis ulmi verantwoordelijk was voor de sterfte van de iepen. Door deze ontdekking wordt de iepenziekte in het Engels nog altijd “Dutch elm disease” genoemd.
Vrouwelijke hoogleraar
Westerdijk was zich zeer bewust van haar unieke positie als vrouwelijke hoogleraar en zette zich veel in voor vrouwelijke studenten. Zo zijn er tientallen vrouwelijke studenten onder haar gepromoveerd en is zij zowel als hoogleraar en als directeur opgevolgd door een vrouw.