Haloferax volcanii komt van nature voor in het zoute water van de Dode Zee. Deze archaea is halofiel: de soort groeit in milieus met een zeer hoge zoutconcentratie.
Haloferax volcanii komt van nature voor in het zoute water van de Dode Zee. Deze archaea is halofiel: de soort groeit in milieus met een zeer hoge zoutconcentratie.
Rooie rakkers
De Dode Zee dankt zijn naam aan de hoge zoutconcentratie die het leven van organismen zoals vissen en waterplanten onmogelijk maakt. De zoutconcentratie is ongeveer 34%, tien keer hoger dan in de oceaan. Tot in 1936 dacht men dat er geen leven voorkwam. Haloferax volcanii is vernoemd naar Benjamin Volcani, de microbioloog die ontdekte dat de Dode Zee toch leven zoals deze archaea bevat.
Naast de bescherming tegen uv-straling, beschermen de pigmenten van H. volcanii ook tegen andere vormen van stress. Deze pigmenten, zogeheten carotenoïden, hebben vaak de bontste kleuren. In stressvolle situaties, zoals hoge dosis uv-straling of veranderende zout concentraties, kleurt H. volcanii fel oranje tot rood. Als het hevig regent boven de Dode Zee, en de zoutconcentratie sterk afneemt, vallen de archaea op door het rood kleuren van de gehele zee.
Aards leven op mars?
Veel archaea soorten zijn voor het eerst in extreme milieus ontdekt. Hoge druk, lage pH, bijna kokend water: zogeheten extremofielen groeien er prima. Astrobiologen onderzoeken of leven ergens anders dan op Aarde mogelijk is. De planeet Mars kent zeer zoute, droge omstandigheden met een hoge dosis uv-straling. Gemakkelijk groeien voor H. volcanii. Ook de zuurstofarme atmosfeer van Mars is geen probleem: deze archaea soort kan zowel met als zonder zuurstof overleven.
Het kweken van extreem leven
Op het eerste oog lijkt het kweken van deze microben eenvoudig. Ze groeien per slot van rekening zelfs bij heel extreme omstandigheden. Maar niets is minder waar. Hun specifieke eisen maakt ze juist lastig te kweken in een laboratorium, omdat je de natuurlijke leefomgeving van de microben moet nabootsen. En dat is makkelijker gezegd dan gedaan bij veel extremofielen.
De leefomgeving van H. volcanii is nog relatief eenvoudig te reproduceren. Microben worden gekweekt in een zogenoemd medium vol voedingsstoffen, waar de laboranten in Micropia voor H. volcanii simpelweg veel zout aan toevoegen. De Dode zee is ook een stuk warmer, en het water is er constant in beweging. Ook dit moet nagebootst worden. In het Micropia-lab staan de kweekjes dus op een zogenaamde schudder op 26 graden Celsius.