Autotrofe organismen krijgen hun energie van de zon of pure chemische stoffen. Een groot deel van de aarde is bedekt met zulke autotrofe organismen. Planten leven immers van de zon. Maar wist je dat er ook autotrofe microben zijn?
Autotrofe organismen krijgen hun energie van de zon of pure chemische stoffen. Een groot deel van de aarde is bedekt met zulke autotrofe organismen. Planten leven immers van de zon. Maar wist je dat er ook autotrofe microben zijn?
De ene autotroof is de andere niet
Autotrofe organismen kunnen we verdelen in twee groepen. Afhankelijk van waar ze hun energie vandaan halen noemen we ze foto-autotroof (leven van de zon als energiebron) of chemo-autotroof (leven op energie uit chemische stoffen). De koolstof die ze nodig hebben om complexere stoffen te maken komt bij beide uit CO2. De foto-autotrofen zijn zwaar in de meerderheid, ook onder de microben. Zo halen bijvoorbeeld micro-algen al hun energie uit zonlicht, zoals cyanobacteriën.
Chemisch talent
Behalve microben kunnen wel meer organismen leven van de zon. Maar leven van alleen pure chemische stoffen is zo moeilijk dat alleen microben met uitzonderlijke talenten dit kunnen. Bijvoorbeeld bacteriën die je kunt vinden rond heetwaterbronnen in de diepzee. Daar leven ze onder barre omstandigheden van stoffen als zwavel en ijzer. Deze stoffen, in combinatie met de warmte van de diepzeebron, geeft ze net genoeg energie om op deze plekken te kunnen overleven. Veel van de chemo-autotrofe microben zijn dan ook echte extremofielen.
Waar haal je anders je energie vandaan?
Maar wat als je als organisme je energie uit de zon of een chemische bron kunt halen? Dan leef je op tweedehands stoffen, die in hun meest simpele vorm door de autotrofe organismen gemaakt zijn. Dit wordt ook wel heterotroof genoemd. Hier vallen veel microben onder, maar ook de mens. Want hoe lekker wij mensen een zonnebad ook vinden, we kunnen er helaas niet van leven.
Benieuwd hoe bacteriën op algen kunnen lijken? Kom dan eens naar Micropia en neem een kijkje bij de cyanobacteriën.