Tolypothrix distorta is een cyanobacterie en maakt zelf energie middels fotosynthese. Water, licht en CO2 worden hierbij omgezet in suikers en zuurstof. Aangezien deze blauwalg alleen in schoon water voorkomt, is het een indicator voor een goede waterkwaliteit.
Tolypothrix distorta is een cyanobacterie en maakt zelf energie middels fotosynthese. Water, licht en CO2 worden hierbij omgezet in suikers en zuurstof. Aangezien deze blauwalg alleen in schoon water voorkomt, is het een indicator voor een goede waterkwaliteit.
Wollige matten
De cellen van T. distorta zijn blauwgroen en cilindrisch. Ze vormen lange ‘draden’, die we ook wel filamenten noemen. Deze filamenten zijn bedekt met een laagje slijm. Dit zorgt ervoor dat de cellen makkelijk aan elkaar plakken.
Bij stikstofgebrek maken speciale stikstofbindende cellen van de cyanobacterie - zogenaamde heterocysten - nieuwe vertakkingen. Dit noemen we 'valse' filamenten en hiermee wordt stikstofgas omgezet in ammonium. De ‘valse’ filamenten die aan één kant van de cel worden gevormd zorgen er samen met de slijmlaag voor dat er harige dikke matten ontstaan. Wanneer het water met daarin de cyanobacterie wordt geroerd, ontstaan er kleine harige balletjes.
Algenbloei
In Nederland duiken in de zomer steeds meer blauwalgen op in zwemwater. Het vaak ondiepe water warmt het lekker snel op. Bovendien is het water rijk aan voedingsstoffen waardoor cyanobacteriën snel in aantal toenemen. Het gifgroen laagje op het water is niet aantrekkelijk om in te zwemmen, zeker niet als het ook nog eens stinkt.
Het grootste gevaar is daarentegen dat blauwalgen gifstoffen kunnen produceren. Dit gif komt in het water als de cyanobacteriën massaal afsterven door gebrek aan voedingsstoffen, en hun celinhoud vrijkomt. Het per ongeluk inslikken van zwemwater met cyanobacteriën, maar ook het zwemmen erin, kan allerlei klachten geven; van irritaties aan ogen en huid, tot braken, hoofdpijn en diarree.