Het virus T4 is een bacteriofaag die Escherichia coli bacteriën gebruikt als zijn gastheer. Net als alle andere virussen, kan T4 niet zelfstandig overleven. Ze dringen gastheercellen binnen, vermenigvuldigen zich met hulp van de kopieergereedschappen van de bacterie, en gaan in grote getale weer op zoek naar de volgende gastheercellen. Wetenschappers schatten dat bacteriofagen de talrijkste wezens op aarde zijn: wel 10 quintiljoen, een 1 met 31 nullen.
Het virus T4 is een bacteriofaag die Escherichia coli bacteriën gebruikt als zijn gastheer. Net als alle andere virussen, kan T4 niet zelfstandig overleven. Ze dringen gastheercellen binnen, vermenigvuldigen zich met hulp van de kopieergereedschappen van de bacterie, en gaan in grote getale weer op zoek naar de volgende gastheercellen. Wetenschappers schatten dat bacteriofagen de talrijkste wezens op aarde zijn: wel 10 quintiljoen, een 1 met 31 nullen.
Binnendringen met een sleutel
T4 is met zijn afmetingen van 200 bij 90 nanometer een redelijk grote bacteriofaag. De faag bestaat uit een kop, een eiwitcapsule waarin het genetisch materiaal zich bevindt, en een staart met pootachtige vezels. Met de onderkant van de staart en de ‘pootjes’ landt de faag op de buitenkant van de bacteriecel. De faag heeft een zodanig specifieke bouw, dat het alleen maar op bacteriën van de soort E. coli kan landen. Het principe van een sleutel op een slot. Eenmaal vastgeklampt, injecteert de faag zijn erfelijke materiaal en wordt de gastheer gekaapt.