Educatie-interventiestudie
De Micropia-onderzoeksgroep aan de Vrije Universiteit in Amsterdam werkt samen met onderzoekers van de Universiteit van Oslo aan een educatie-interventiestudie op het platteland van Oeganda. Moeders ontvangen lokaal training op het gebied gezonde voeding, hygiëne en opvoeding als hun baby’s zes tot acht maanden oud zijn. Vervolgens wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd en vergeleken met een controlegroep kinderen, waarvan de moeders standaard medische zorg zonder training hebben ontvangen.
Positieve effecten
De studie laat zien dat er positieve effecten zijn van de training op het gebied van taal- en motorische ontwikkeling en op de groeiachterstand van de kinderen. Aan de Vrije Universiteit werd onderzocht of er ook effecten waren te vinden van de training op de samenstelling en diversiteit van de darmmicrobiota van de kinderen. Ondanks dat er geen significante verschillen werden gevonden in de darmmicrobiota ten opzichte van de controlegroep, had de studie wel een bijzonder ander resultaat.
Veel Prevotella-bacteriën
Tussen de tweede en derde verjaardag van de kinderen blijken de darmmicrobiota in samenstelling te veranderen, en neemt de diversiteit toe. Dit is een bekend gegeven als kinderen overstappen van borstvoeding op vaste voeding. Zo neemt een groep darmbacteriën, genaamd bifidobacteriën sterk in aantallen af omdat zij specifiek groeien op suikers die in de moedermelk zitten. Toch blijkt de samenstelling anders te zijn dan die van kinderen in Westerse landen. Zo bevatten de Afrikaanse kinderen grote hoeveelheden van het geslacht Prevotella, terwijl Westerse kinderen meer bacteriën van het geslacht Bacteroides bevatten. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het koolhydraatrijke dieet in Oost-Afrika, dat onder andere het graan sorghum bevat. Dit wordt afgebroken door enzymen van allerlei Prevotella-soorten in de dikke darm.
Hiermee bevestigt deze studie het beeld dat is verkregen in een eerdere studie in het wetenschappelijke tijdschrift Science waarin werd gevonden dat ons lange-termijn-voedingspatroon bepaalt tot welk darmmicrobiota- of enterotype wij behoren. In geval van consumptie van voornamelijk koolhydraten behoort de mens tot het Prevotella enterotype (komt veel voor in Afrika, Zuid-Oost Azië en Zuid-Amerika) en in geval van consumptie van veel dierlijke eiwitten en vetten behoort de mens tot het Bacteroides type (Europa, Noord-Amerika en Australie). Het darmmicrobiota type-is opmerkelijk stabiel: Een 10-daagse, radicale verandering van het voedingspatroon van granen naar vlees of vice-versa heeft geen enkel effect op het type.
Bron: Journal of global health