Onschadelijk maken
De Micropia-onderzoeksgroep aan de Vrije Universiteit in Amsterdam doet onderzoek naar darmbacteriën van Oegandese kinderen. Darmbacteriën worden geïsoleerd, gekarakteriseerd en er wordt onderzocht of zij een gezondheidsbevorderend effect hebben op de mens. Van darmbacteriën is algemeen bekend dat ze ons helpen bij de spijsvertering. Aan de Vrije Universiteit wordt onderzocht of zij ook giftige stoffen onschadelijk kunnen maken.
Gifstoffen
In veel landen met een vochtig en warm klimaat, met name in Azië en Afrika, vormen zogenaamde mycotoxines een groot probleem. Dit zijn gifstoffen die door veelvoorkomende schimmels worden gemaakt, zoals Aspergillus flavus. Deze schimmels groeien op bepaalde gewassen, waaronder pinda’s, mais en allerlei granen. Aflatoxine B1 is een van de meest voorkomende gifstoffen die door schimmels wordt geproduceerd en is al giftig bij hele lage concentraties. Deze gifstoffen kunnen onder andere ons DNA veranderen (zij behoren tot de zogenaamde mutagene stoffen) en zo kanker in de lever veroorzaken. Als producten met deze aflatoxines langdurig worden geconsumeerd, dan bestaat er een verhoogd risico op een verminderde functie van de lever en het immuunsysteem. De aflatoxines hebben ook een negatief effect of de gezondheid van jonge kinderen waar zij in verband worden gebracht met een groeiachterstand. De gifstoffen kunnen zelfs al via de moedermelk bij kwetsbare baby’s terechtkomen.
Binden aan bacteriën
Melkzuurbacteriën die op planten voorkomen, kunnen binden aan de aflatoxines waardoor ze niet worden opgenomen in de dunne darm, maar via de ontlasting het lichaam verlaten. In deze studie werd onderzocht of ook melkzuurbacteriën in de ontlasting van Oegandese kinderen in staat waren om te binden aan aflatoxine B1, en of kinderen met grote hoeveelheden van deze melkzuurbacteriën in hun darmen mogelijk minder effecten van het gif ondervonden.
Fermenteren
Het onderzoek toonde aan dat de melkzuurbacteriën in staat waren om de gifstoffen te binden. Maar kinderen met een groeiachterstand (een mogelijk effect van de stof) bleken juist meer in plaats van minder melkzuurbacteriën in hun darmen te hebben. Een mogelijke verklaring is dat een verhoogde inname van aflatoxine via plantaardig voedsel, gepaard gaat met een verhoogde inname van melkzuurbacteriën die ook op deze planten leven. Tevens bleken de aantallen melkzuurbacteriën in de darmen van de kinderen te laag zijn om voldoende aflatoxine te binden. De onderzoekers komen daarom met een mogelijke oplossing. Het fermenteren van de granen met melkzuurbacteriën zou de hoeveelheid aflatoxines drastisch kunnen verlagen en voorkomen dat kwetsbare kinderen en moeders ze binnen krijgen.
Bron: Microorganisms